In Lucas 24:13 t/m 36 lezen we een verhaal waarin twee leerlingen van Jezus na zijn kruisiging op weggaan naar huis. Ze zijn druk in gesprek over wat er zich in Jeruzalem heeft afgespeeld de laatste dagen als Jezus naast hen komt lopen. Maar herkennen ze hem? Er staat dat hun blik vertroebeld werd zodat ze hem niet herkenden. Opmerkelijk, maar aan de andere kant ook weer heel gewoon. Hoe vaak herkennen wij Jezus eigenlijk wanneer die met ons meeloopt?
Jezus vraagt hen waar ze het over hebben en wat er gebeurd is. Alsof hij het helemaal niet weet. Ze zijn daar stomverbaasd over. Zo verbaasd dat ze hem alles gaan uitleggen. Inclusief de gebeurtenissen van die ochtend, namelijk dat er vrouwen waren geweest die engelen hadden gezien die zeiden dat Jezus leeft. En dat ze toen waren gaan kijken en het zo aantroffen zoals de vrouwen hadden gezegd. Maar eigenlijk geloofden ze het nog steeds niet. Jezus verwijt hen dat en begint hen uit te leggen wat er in de bijbel over geschreven staat.
Dan zijn ze bijna thuis en wil Jezus verder gaan, maar ze dringen aan dat hij bij hen blijft en dat doet hij. Ze gaan samen eten en zodra Jezus het brood breekt herkennen ze hem. Dan is Jezus verdwenen en haasten zij zich terug naar Jeruzalem. Ze snappen eindelijk dat Jezus werkelijk is opgestaan en dat hij bij hen was. Als ze dat aan het vertellen zijn, is Jezus opeens in hun midden en zien alle leerlingen hem.
Wanneer herkennen wij Jezus? Voor ons is het net als voor die leerlingen niet genoeg dat we (denken te) begrijpen wat de bijbel zegt. Het heeft alles met ervaring te maken. Het spreken van iemand draagt daaraan bij, maar uiteindelijk herkennen we Jezus in ons leven pas wanneer we met hem eten. Nodig jij hem uit? Kun je dan ook door het lijden van de wereld heen zien dat hij er is? Dat lijden is namelijk al lang voorzegd. Het hoort erbij, maar is niet, nooit het eind. Laten wij ook eten met mensen en hen de mogelijkheid geven Jezus in ons te herkennen.